Reportret

Galerij van gereconstrueerde portretten


Gemaakt: 2003
Gepubliceerd: 2003
Gewijzigd: 2004


Het gereconstrueerde portret van Jeanne d'Arc

Jeanne d'Arc

Niemand kon voorzien dat een boerenmeisje uit het dorp Domrémy eens een belangrijke rol zou spelen in de grote middeleeuwse strijd tussen Frankrijk en Engeland, de zogenaamde Honderdjarige Oorlog. Toch droeg Jeanne d'Arc (*1412–†1431 gt, ze noemde zichzelf ‘Jehanne’) veel bij in het voordeel van het Franse koninkrijk. Toen ze nog maar dertien jaar oud was, begon ze stemmen te horen die haar zeiden ervoor te zorgen dat de dauphin — de Franse kroonprins — zou worden gekroond en beschermd tegen de Engelsen en Bourgondiërs. Jeanne d'Arc was zeer religieus en ze geloofde dat haar opdracht van God afkomstig was. Ze motiveerde de Fransen — zowel soldaten, ridders, als edelen — en haalde de dauphin over haar krijgstocht te steunen. Met Jeanne d'Arc als hun inspirator konden de Fransen de Engelsen dwingen hun belegering van Orléans op te breken. Sindsdien werd ze alom bekend als de ‘Maagd van Orléans’. In aanwezigheid van de ‘Maagd’ volgden snel meer overwinningen en de dauphin werd gezalfd en gekroond tot koning van Frankrijk. Toch was Jeanne d'Arc te naïef om te zien dat ze eigenlijk door hem alleen gebruikt werd, als niet meer dan een populaire mascotte. Toen ze uiteindelijk gevangen was genomen door de Bourgondiërs, deed hij niets om haar te redden. Jeanne d'Arc werd uitgeleverd aan de Engelsen, die blij waren de ‘Heks van de Armagnacs’ in gevangenschap te zien. Omdat de kerk verontrust was door haar aanspraken op een goddelijke roeping, werd ze beschuldigd van ketterij, berecht, en veroordeeld door (voornamelijk Franse) inquisiteurs. Vervolgens werd ze, door iedereen in de steek gelaten, ter dood gebracht op de brandstapel. Het verhaal van Jeanne d'Arc wordt uitvoerig beschreven en geanalyseerd door Lucie-Smith. Na haar dood speelde Jeanne d'Arc een grote rol in de Franse samenleving als heldin en heilige.

Hoe moeten we ons het uiterlijk van Jeanne d'Arc voorstellen? Er bestaan twee erg belangrijke geschreven bronnen over het leven van Jeanne d'Arc. De eerste is het Procès de Condamnation, de akte van het proces waarin ze werd veroordeeld. De tweede is de akte van het heropende proces waarin ze werd gerehabiliteerd, het Procès de Réhabilitation. Dit proces omvatte een serie onderzoeken die zo'n twintig jaar na haar dood werden verricht. De eerste bron bestaat vooral uit het verhoor van Jeanne d'Arc. De tweede bevat verklaringen van vele ooggetuigen, die allemaal Jeanne d'Arc persoonlijk hadden gekend. In deze documenten wordt ze beschreven als een kleine, stevige vrouw, met zwart haar. Ze droeg mannenkleren (dit was in feite de hoofdreden voor haar veroordeling tot de dood) en haar haren waren rondom, net boven de oren, kort geknipt, zoals de haardracht van modieuze mannen uit die tijd. De kleding bestond uit een hemd, een onderbroek, een wambuis (gewatteerde onderjas), kousen die aan de wambuis bevestigd werden, strakke laarzen, beenbeschermers, een korte maliënkolder met een borstschild, en een overjas dat tot de kniëen reikte. Over dit alles droeg ze gewoonlijk een weelderige tabberd en een zwarte hoed. Ze droeg wapens, zoals zwaard en lans, en had haar vaandel en haar wapenschild speciaal laten maken, met haar eigen heraldische symbolen. Naast de procesverslagen zijn twee bijna-contemporaine afbeeldingen van Jeanne d'Arc bewaard gebleven. Deze portretten kunnen echter niet levensgetrouw zijn, omdat ze in tegenspraak zijn met de geschreven bronnen. Op een Frans–Vlaamse miniatuur is Jeanne d'Arc uitgebeeld in een compleet harnas (maar zonder helm en handschoenen), met lang, bruinig–rood haar. Ook op de tweede afbeelding, een vlugge schets in de marge van een handschrift over de belegering van Orléans, is ze met lang haar weergegeven. Omdat de procesverslagen hierover betrouwbaarder zouden moeten zijn, moeten we aannemen dat de afbeeldingen — hoe dicht ook bij de eigen tijd — voornamelijk uit de fantasie van de maker zijn voortgekomen. Het vaandel en zwaard, die op beide afbeeldingen worden getoond, stemmen niettemin volledig overeen met de informatie uit de procesverslagen.

Welke stijl was algemeen gangbaar in de tijd van Jeanne d'Arc? Franse miniaturen uit de eerste helft van de vijftiende eeuw gt zijn fantasierijke, kleurige, en verfijnde afbeeldingen, met een veelheid aan tonen en tinten — meestal opgebouwd uit kleine, parallele penseelstreken. De afbeeldingen zijn wat geforceerd: soms is de vlakverdeling nogal onnatuurlijk. Over het algemeen is de weergave van details toch vrij realistisch, op de onderlinge verhoudingen na. Gebouwen, schepen, bergen, en bomen bijvoorbeeld, zijn meestal te klein afgebeeld vergeleken met de grootte van mensen. De afbeeldingen bevatten wel wat diepte — ook al wordt slagschaduw zelden weergegeven — en de regels van de perspectief zijn soms toegepast, zij het onwennig en vrijwel nooit met succes. Een goed voorbeeld van deze eigentijdse stijl is het Livre des Merveilles, een Frans handschrift uit 1412 gt met fraaie illustraties van het verhaal van Marco Polo. Een ander voorbeeld is een verluchte kalender uit de Très Riches Heures, daterend uit 1416 gt, door de gebroeders Van Limburg. In deze periode waren ook de gebroeders Van Eyck werkzaam, in Vlaanderen. Met hun beschilderde panelen zorgden zij voor de wedergeboorte van de portretkunst en de olieverftechniek. Juist in 1432 gt voltooide Jan van Eyck het altaarstuk Het Lam Gods. Door te werken met olieverf (dus transparante lagen) konden de gebroeders Van Eyck details — stof, huid, metaal — nòg realistischer weergeven. Deze techniek was echter nog geen algemeen gebruik.

De volgende details zijn in het gereconstrueerde portret opgenomen. De kleding en het kapsel (onzichtbaar onder de hoed) zijn weergegeven conform de beschrijving in het Procès de Condamnation. De hoed en tabberd zijn volledig zichtbaar. De wambuis is verborgen, op de mouwen na. Van het maliënkolder is, naast de mouwen, ook een deel bij de hals te zien. Op de heup en schouders zijn delen van de overjas zichtbaar. Ten slotte is ook de combinatie van beenbeschermers en laarzen, met de kousen daaronder, deels zichtbaar. Het borstschild is helemaal bedekt door de kleding. Jeane d'Arc wordt voorgesteld met haar belangrijkste attributen: haar vaandel en haar zwaard. Het vaandel maakte haar aanwezigheid tijdens de veldslag duidelijk, om de troepen te motiveren. Het is gemaakt van wit linnen, versierd met lelies en de tekst “Jhesus Maria”, zoals Jeanne d'Arc het beschrijft in het Procès de Condamnation. “Jhesus” was waarschijnlijk verkort tot “ihs”, zoals te zien is op zowel de Frans–Vlaamse miniatuur als de schets. Het vaandel bevatte ook een afbeelding van Christus met twee engelen, maar over de grootte en het uiterlijk hiervan is niets bekend. Omdat de reconstructie van deze afbeelding een heel eigen onderzoek rechtvaardigt, is het buiten beschouwing gelaten. Jeanne d'Arc houdt haar zwaard omgekeerd vast, omdat ze niet daadwerkelijk aan de gevechten zelf deelnam. Om dezelfde reden zijn haar andere wapens niet weergegeven.


Heeft u een voorstel of opmerking naar aanleiding van deze reconstructie? Elk commentaar is zeer welkom.


Bronnen

  • Edward Lucie-Smith, Joan of Arc (London 1976 gt).
  • Pierre Tisset en Yvonne Lanhers, Procès de Condamnation de Jeanne d'Arc (Paris 1960–1971 gt).
  • Jules Quicherat, Procès de Condamnation et de Réhabilitation de Jeanne d'Arc (Paris 1841–1849 gt).
  • Frans–Vlaamse miniatuur, portret van Jeanne d'Arc, France: Paris: Archives Nationales: Musée de l'Histoire de France (Hôtel de Soubise), AE II 2490 (France/Vlaanderen 1450–1500 gt). De miniatuur op perkament toont Jeanne d'Arc vanaf heuphoogte, in een harnas, met haar vaandel en een zwaard, tegen een achtergrond van goud.
  • Schets die Jeanne d'Arc voorstelt in de verslagen van het Parlement van Parijs, France: Paris: Archives Nationales: Musée de l'Histoire de France (Hôtel de Soubise), AE II 447 [X1a 1481 fol. 12r] (France na 1429 gt). De verslagen werden geschreven door of in opdracht van griffier Clément de Fauquembergue. De schets werd getekend in de linker marge van een pagina van het handschrift, bij een aantekening van 10 mei 1429 gt over de ontwikkelingen rond de belegering van Orléans. Het is mogelijk korte tijd nadat de aantekening was geschreven toegevoegd — of zelfs veel later. Jeanne d'Arc is uitgebeeld vanaf kniehoogte, in zijaanzicht, gekleed in een strakke top en zoiets als een rok (wellicht onderdeel van een maliënkolder), en met haar vaandel en een zwaard in de hand.
  • Livre des Merveilles, France: Paris: Bibliothèque Nationale de France, Ms. Fr. 2810 (France 1410–1412 gt). Het handschrift bevat vele miniaturen die de reizen van Marco Polo voorstellen, verhalen die uit de 13e eeuw gt dateren. Het handschrift werd in 1413 gt aan de hertog van Berry aangeboden.
  • Gebroeders Van Limburg (of gebroeders ‘De Limbourg’), kalenderdeel van de Très Riches Heures, France: Chantilly: Musée Condé; (Château de Chantilly), Ms. 65/1284 (Paris 1412–1416 gt). De kalender werd in opdracht van de hertog van Berry gemaakt. De 3 broers Van Limburg waren afkomstig uit Nijmegen, maar hadden hun werkplaats in Parijs.
  • Gebroeders Van Eyck, Het Lam Gods, België (Belgique): Gent: Sint-Baafskathedraal (Gent/Brugge 1424–1432 gt).

Alternatieven voor ‘Jeanne d'Arc’: Joan / Joanna / Johanna / Juana / Jeannette / Jeanne / Jhennette / Jehenne / Jehanneof Arc / de Arco / d'Arc / Darc / la Pucelle.

Actieve bestanddelen: xhtml, css, kiss, metadata, ©